De Chartreux

De Chartreux, ook wel Karthuizer genoemd, is een van de oudste rassen binnen de Europese raskatten. De eerste beschrijvingen ervan dateren uit de zestiende eeuw. Hoewel het fenotype al eeuwen wordt omschreven in boeken en er zelfs een wetenschappelijke naam als ondersoort aan is toegekend, Felis catus carthusenensis, is de gerichte fok pas begonnen in de jaren twintig van de 20e eeuw in het midden en westen van Frankrijk.

Een effen blauwgrijze kat is een aantrekkelijk fenotype. De resultante van het ontbreken van een tabbypatroon met een verdunde zwarte hoofdkleur zodat er een egaal grijze vacht ontstaat kende vele liefhebbers in Frankrijk. Lokale grijze huiskatten, in de volksmond al eeuwenlang Chartreux genoemd,  werden geregistreerd bij de na 1900 opgerichte kattenorganisatie in Frankrijk en gekruist met geïmporteerde langharige Perzen afkomstig uit Engeland. Hierdoor werd het type van de kat “sjieker”, steviger van bouw, met een rondere kop en grotere gouden ogen. Ook de vacht werd dikker van structuur en dichter ingeplant.

Door de Tweede Wereldoorlog was het ras op sterven na dood. Er was slechts een handjevol katten over dat enigszins aan de standaard beantwoordde en men moest eigenlijk van voren af aan beginnen. Fokkers gingen verder met enkele effen blauwe dieren, vaak zonder stamboom, en kruisten die opnieuw met blauwe perzen van eigen bodem maar ook met geïmporteerde blauwe Brits Kortharen die uit Engeland kwamen, een ras dat toentertijd qua uiterlijk grote gelijkenis vertoonde met de Chartreux. Het ras begon in de jaren vijftig en zestig ook zijn weg te vinden naar andere landen en zo kwamen er Chartreux naar België toe, maar ook naar Zwitserland. Ook in Nederland kwamen er Franse Chartreux maar die werden hier toen als Brits Korthaar beschouwd en gekruist met meest dieren van Engelse afstamming zodat het echte bestaan als Frans eigen ras in Nederland niet van de grond kwam toen. Wel burgerde de naam Karthuizer in maar die beschreef toen eigenlijk enkel de blauwe variëteit van de Brits Korthaar.

De fokkers in Frankrijk en in België besloten vanaf de jaren zeventig om niet een mengeling te willen van de Franse Chartreux en de Brits Korthaar (die wat boller en ronder was en ook in andere kleurslagen voorkwam). Zij kozen ervoor om enkel met Franse dieren met het eigen type door te fokken. Dit leidde er uiteindelijk toe dat de Chartreux als zelfstandig ras erkend werd door alle grote overkoepelende kattenfokorganisaties. Chartreux worden momenteel enkel raszuiver gefokt en liefhebbers en fokkers bevinden zich behalve in Frankrijk en België ook in onder andere Zwitserland, Duitsland, Amerika, Canada, Nederland en Italië.

De Chartreux is een middelgrote tot grote kat met een wat grove bouw die desondanks sierlijk oogt. Ze groeien vrij lang uit en worden laat volwassen. Katers zijn groter en forser van bouw dan poezen en bezitten stevige katerwangen. De kop heeft een omgekeerd trapezo‹de vorm met middelgrote vrij hoog geplaatste oren en een goed ontwikkelde schedel met een vlakke ruimte tussen de oren. De ogen zijn groot en open en mogen niet te rond zijn. De buitenste ooghoek is licht naar boven gericht. De oogkleur is diepgeel tot donker koperkleurig en puur en intensief van kleur. Het lichaam is stevig en gespierd met een brede borstkas en staat op middelhoge gespierde poten met vrij grote stevige voeten. De staart is gemiddeld van lengte, breed aan de aanzet en loopt taps toe in een afgeronde punt. De vacht is dubbel en dik, glanzend met een wollige ondervacht en zacht aanvoelend. Hij staat iets af en ligt niet glad aan en glanst. De kleur is uniform blauw en mag alle variëteiten van blauw vertonen, dus kan bleekblauwgrijs zijn tot diepstaalblauwgrijs. Een lichtere tint wordt geprefereerd. Neusleer en voetzoelen dienen ook blauwgrijs te zijn. De kleur moet egaal doorgekleurd zijn zonder spooktekening of rossige gloed.

De Chartreux is een huiselijke, evenwichtige kat. Het zijn stabiele gezelschapsdieren die goed samen gaan met andere huisdieren en/of kinderen. De kat houdt van harmonie en wil graag bij mensen zijn maar met een rustige gereserveerdheid en enige distantie. De meeste Chartreux beschikken over een zacht stemgeluid en zijn niet erg vocaal ingesteld.

De Chartreux is een vrij gezond ras dat makkelijk vijftien jaar oud kan worden. Het verdient aanbeveling als men met het ras fokt om fokdieren preventief na te laten kijken op twee bij het ras voorkomende erfelijke op termijn dodelijke problemen, cystenieren (PKD) en hypertrofische cardiomyopathie (HCM) via een echografisch onderzoek en/of DNA-test (voor cystenieren, PKD). Door het relatief zware gewicht van het ras is ook het laten nakijken van ouderdieren en kittens op het voorkomen van Patella luxatie (loszittende knieschijven) aan te bevelen.

Bron: wikipedia

Het Chartreuser gebergte, Chartreuse

Zoals hierbover beschreven staat, komt de Chartreux oorspronkelijk uit midden Frankrijk. Er is niet veel bekent over wie er uiteindelijk is begonnen met het fokken van de Chartreux maar dat het ergens in de middeleeuwen is gestart dat is wel duidelijk. Het Chartreuser gebergte bevind zich iets te zuiden van Chambèry in de Frans alpen. De Grande  Chartreuse is het moederklooster van de orde van de Kartuizers. Het klooster ligt in de gemeente Saint-Pierre-de-Chartreuse, midden in het Chartreuser gebergte. Het klooster werd in 1084 gesticht door de Duitse heilige Bruno van Keulen. De productie van likeur (Chartreuse) is een bron van inkomsten.

De karthuizer monniken is een nogal zeer gesloten gemeenschap en praten doen ze al helemaal niet, hooguit met elkaar en dan bij voorkeur op zon en feestdagen of tijdens de gemeenschappelijke wekelijkse wandeling. De legende vertelt dat de karthuizer monniken het ras min of meer toevallig zijn gestart en het ras is ontstaan doordat er geen inmenging heeft plaatsgevonden met andere katten en zo de specifieke eigenschappen van de Chartreux is ontstaan. De monniken praten zo goed als niet en dat zou wellicht de oorzaak kunnen zijn dat de Charteux weinig of geen geluid maakt en miauwen doen ze al helemaal niet. Of dit waar is,  is niet bekent. Het kan ook zijn dat de Charteux gewoon vernoemd is naar de monniken…de pijen, de grijze kappen, wie zal het zeggen. Het is natuurlijk wel leuker als de Chartreux oorspronkelijk uit het Chartreux gebergte en uit het klooster komt maar bewijzen zijn er niet voor.

Wat wel zeker is, is dat de likeur Chartreuse door de Karthuizer monniken wordt gemaakt. In vroeger eeuwen als medicijn, wat in die tijd wel vaker voorkwam, maar nu vooral als een heerlijke, kruidige maar ook vrij sterke drank. Het recept is zéér geheim. Het is een periode zoek geweest en er zijn toen vele kenners tevergeefs bezig geweest het recept te achterhalen. Pas in 1737 wordt het geheim van het drankje achterhaald door broeder Jérome Maubec, apotheker van het fraai gelegen Grande-Chartreuse bij Grenoble. Kort daarna worden de eerste flessen Elixir Végétal de la Grande-Chartreuse door broeder Charles per muilezel naar Grenoble en aan de man gebracht.

Ondanks de Revolutie, het bewind van Napoleon, tijdelijke uitwijzing van de orde naar Spanje en de verwoesting van het klooster door een aardverschuiving in 1935 heeft het Elixer de stormen doorstaan. De productie van een uitgebreide sortering likeuren vindt nu plaats in Voiron, vlakbij Grenoble. Onder het personeel slechts twee monniken, die het geheime recept bewaken. Bij wijze van uitzondering heeft de huidige abt hen toegestaan ook met anderen te praten. Maar om vijf uur weer terug naar klooster en kluis…

Het is een likeur die je ondanks de 55% alcohol puur moet drinken, op kamertemperatuur of ijskoud. De smaak is enigzins te vergelijken met Pastis, Uzo, Sambucca of Raki, allemaal drankjes van de landen rond de middelandse zee en je proeft voornamelijk anijs. Daar gaat de vergelijking dan ook mank want Chartreuse is veel meer dan alleen maar anijs. Het best is het nog te vergelijken met Absinth. Een sterke, kruidige drank met een kilometers lange afdronk. De smaak blijft uren hangen en zelfs een dag later kan de smaak nog in je mond zitten. De groene Chartreuse van 55% laat zicht goed mixen in een kop warme chocolademelk wat in de streek veel gedaan wordt, puur drinken is meer iets voor waaghalzen…De gele Chartreuse van 40% is een stuk zoeter en daarom veel beter puur te verdragen maar je moet er wel van houden. Vind je pastis lekker, dan zal je dit ook wellicht kunnen waarderen. Verder zijn er nog een ferm aantal speciale Chartreuses tot zelfs een VSOP. Chartreuse is erg moeilijk te vinden in Nederland maar je hoeft er ook niet speciaal voor naar Frankrijk. De Horeca groothandel “Hanos” heeft het zowel de gele als de groene gewoon in het standaard assortiment zitten voor nog geen 30 euro per fles. Van de Hanos moet je wel pashouder zijn…

NOTE: Die große Stille (Engelse titel : Into Great Silence) is een film uit 2005 van de Duitse regisseur Philip Gröning die het leven toont in het kartuizerklooster Grande Chartreuse. Het bijzondere aan deze film is dat er bijna geen woord wordt gesproken in de 169 minuten lang durende film. De enige muziek zijn de gezangen van de biddende monniken. Philip Gröning deelde het leven van de monniken van Grande Chartreuse klooster gedurende meer dan een jaar om deze uitzonderlijke film te kunnen realiseren.